Bad boys for live

                     Bad boys for live

 

 

 Naam: Fleur

Klas: 3T2

 

 

1. Zakelijke gegevens

 

A. De titel van het boek is Bad boys for live

 

B. De schrijver van het boek is Vrank Post

 

C. De naam van de uitgever van het boek is uitgeverij Monteu. De eerste druk van het boek was in het jaar 2008. Het boek heeft in totaal 177 bladzijden.

 

 2. Samenvatting van het boek

 Omar die van afkomst Islamitisch is pleegt een overal op een bankkantoor. Hij bind alle werknemers vast waaronder ook zijn vroegere vriend Joost die hij nog kent van de jeugdgevangenis Oosterdel.

 Omar zat toen al langer in Oosterdel en op een dag kwam Joost daar. Omar gaf Joost een rondleiding en vertelde de dingen die hij allemaal moest weten. Ook vroeg Omar aan Joost waarom hij hier zat maar Joost zei dat hij het niet van de rechter mocht vertellen. Omar en Joost kunnen goed met elkaar opschieten maar al gauw komt er een knok partij hierbij zijn Joost en Omar alle twee aanwezig. Ze worden alle twee gepakt door de leiding en allebei naar een afzonderlijke cel gebracht. De volgende dag mogen ze allebei weer uit de afzonderlijke cel en al snel zoeken ze elkaar weer op ze gaan samen een film kijken genaamd Bad Boys. Ook vertelt Omar over zijn jeugd in Marokko en hoe hij hier terecht is gekomen. De volgende dag gaan ze naar school hier zien ze Meriam een meisje dat ook vast zit omdat ze prostituee is geweest. Omar stelt haar aan Joost voor. Meriam en Joost vinden elkaar al gauw leuk. Omar,Joost en Meriam zijn vaak samen met zijn drieën op school ze vertellen elkaar dan over hun familie. Omar zit ook steeds als hij alleen met Joost is te vragen waarom hij nu vast zit. Uiteindelijk vertelt Joost het hij zit namelijk vast omdat zijn zus hem ervan beschuldigt dat hij aan zijn buurmeisje heeft gezeten waar helemaal niks van waar is. Omar zegt tegen Joost dat hij hier wel wegkomt. Hij zegt dat ze Nederlandse jongens veel eerder vrij laten dan Marokkaanse jongeren. Dus als Omar vrij is wil hij vertrekken naar Marokko om daar bij zijn familie te blijven en nooit meer terug te keren. Gelukkig mag hij bijna op verlof. Een paar dagen later komt Omar met een string in zijn hand naar Joost en zegt dat hij met Meriam naar bed is geweest. Joost word woedend en ze beginnen te vechten. Hierdoor mag Omar niet meer op verlof. Omar is woedend op Joost. Ondertussen is Meriam via Omar erachter gekomen waarom Joost vast zit. Ze is echt ontzettend boos op hem. Joost probeert haar nog uit te leggen dat er niks van waar is maar ze gelooft er niks van. Joost valt per ongeluk op haar en het word gezien als aanranding. Hierdoor zit hij nog heel lang vast.

 Iedereen zit nog steeds opgesloten in het bankgebouw en Omar begint te vertellen waarom hij iedereen heeft opgesloten. Hij vertelt dat hij een tijd geleden iemand ontmoet heeft genaamd Abdullah. Abdullah wou Omar helpen om weer op het rechte pad te komen. En Omar heeft veel geleerd van hem. Op een dag moest Abdullah weg uit Nederland. Omar vond dit verschrikkelijk en is hem een tijd later op gaan zoeken. Hij moest naar Afganistan naar een hele lange tocht heeft hij Abdullah uiteindelijk gevonden. Hij was er ziek en moest gauw naar een ziekenhuis maar die was niet zo snel te vinden in de buurt. Ze moesten met twee auto’s  in de ene auto Omar met een van de zoontjes van de chauffeur en in de andere auto Abdullah met een gids,de chauffeur en het andere zoontje van de chauffeur. Het was super warm met de auto rit ze waren bijna beneden bij de berg toen omar zag dat er met een granaatwerper op de auto van Abdullah,de gids, de chauffeur en het zoontje werd geschoten. Omar was woedend, hij begon te schreeuwen en te gillen en toen zag hij het armpje van het zoontje op de motorkap van de auto vallen.

 Omar heeft de tocht verder gelopen alleen zonder eten en drinken in een hete woestijn. Hij kon niet meer en dacht dat hij langzaam dood zou gaan in de woestijn. Opeens word hij wakker hij ziet mensen om zich heen. Hij was in een soort dorp. Met mensen die aan het schuilen waren en onderduiken voor de oorlog. Hij werd goed verzorgt en het ging steeds weer beter. Totdat hij op een dag terug reisde naar Nederland. En hij nu beseft dat het moet stoppen wat er gebeurt met al die onschuldige mensen. Hij heeft iedereen bij de bank opgesloten omdat de mensen duidelijk moeten maken dat het zo niet meer kan. Hij laat een riem zien met een knopje erop en hij vertelt dat hij zo de hele boel kan laten ontploffen.

 Hij vraagt ook aan Joost wat er nu met hem is gebeurd. Joost vertelt dat hij nog 2 jaar heeft vastgezeten. En omdat iedereen nu wist waarom hij vast zat hebben ze hem in elkaar geslagen dat hij in het ziekenhuis heeft gelegen. Hij vertelt dat hij nu zijn hand had verbrijzeld en nog veel meer kapot is gegaan aan zijn lichaam. En dat hij nu gewoon geen leven meer heeft. Omar zegt dat hij wel spijt heeft dat hij het toen vertelt had waarom Joost vast zit.

 Ondertussen heeft Omar pizza’s bestelt en hij heeft gevraagd of Joost ze wil ophalen. Joost haalt ze op en op dat moment vertelt hij tegen de man die de pizza’s vast heeft wat er aan de hand is. Hij loopt terug naar de ruimte waar Omaren de bankmedewerkers zitten en valt hij Omar aan. Hij zorgt dat alle bankmedewerkers weg kunnen en dan zegt hij tegen Omar Bad boys for live. En hij drukt zonder te twijfelen op het knopje op Omar’s riem.

3. Over de auteur

 Vrank Post is geboren op 18 januari 1965 in Delft. Vrank Post werkte bij de justitiële jeugdinrichting in Den Helder. Op dit moment doet hij het werk projectleider bij Transferium Jeugdzorg. Zijn eerste boek was Bad Boys for live deze kwam uit in 2008. Later in 2008 kwam ook het boek Mijn zwarte ziel uit. Deze boeken gaan over jongeren die om verschillende redenen in een gevangenis of inrichting belanden.

Eerder heeft hij al twintig jaar gewerkt in de gedwongen hulpverlening. Daar ziet hij jonge mensen die een ernstige bedreiging vormen voor hun omgeving, maar tegelijkertijd ook kinderen die kapot zijn gegaan aan een samenleving die wel spreekt over zorg, maar in de realiteit de kinderen te vaak aan zichzelf overlaat.

 

4. Over het boek

 

A Op de voorkant van het boek staat een foto van een jongen die Omar moet voorstellen en aan zijn houding kun je zien dat hij het moeilijk heeft.

 B Nee het boek is niet aan iemand opgedragen

 C De plaatsen die in het boek voorkomen zijn:

 De afdeling in Oosterhel waren Omar en Joost verblijven- het verhaal speelt zich hier af omdat ze alle twee op die afdeling moeten blijven

 De school- de school zit bij de jeugdgevangenis in en hier gaan Omar en Joost ook allebei naartoe.

 Het bankgebouw- bij het bankgebouw word de overal gepleegd en zit iedereen ongeveer het hele verhaal opgesloten.

 Afghanistan- hier is omar naar toe gereisd om Abdullah te vinden

 D Het verhaal is geschreven uit het perspectief van Omar en Joost. In het begin van  het verhaal zie je het verhaal van Joost en later zie je de kant  van het verhaal van Omar.

 E Het boek heeft een gesloten einde omdat aan het eind van het verhaal Joost een einde aan zijn leven maakt en ook aan dat van Omar.

 

5. Leeservaringen

 

Onderwerp

 

1. Spreekt het onderwerp van het verhaal je aan of juist niet?

Ja het onderwerp van het verhaal spreekt mij wel aan want vind het wel interessant hoe dat allemaal gaat in een jeugdgevangenis.

 

2. Heeft het verhaal je nieuwe kanten van het onderwerp laten zien?

Ja het verhaal heeft mij nieuwe kanten van het onderwerp laten zien doordat die jongens die in die jeugdgevangenis zitten vaak een hele achtergrond hebben en wat er daarvoor allemaal al wel niet is gebeurd in hun leven.

 

3. Is het onderwerp verassend uitgewerkt of juist heel voorspelbaar?

Ik vind dat het verhaal verassend uit is gewerkt want de dingen die er gebeurde had ik totaal niet verwacht.

 

4. Ben je door het verhaal aan het denken gezet?

Ja ik ben wel door het verhaal aan het denken gezet doordat die jongens gewoon heel veel hebben meegemaakt waardoor ze in een jeugdgevangenis zijn gekomen.

 

5. Is er uitgekomen wat je van tevoren van het verhaal verwachtte?

Nee er is niet uitgekomen wat ik van tevoren verwachtte. Ik had geen idee hoe het telkens verder ging wat er kwamen steeds weer opnieuw problemen die ik niet verwachtte.

 

6. Welke kanten van het onderwerp worden volgens jou uitvoerig gesproken en welke krijgen volgens jou te weinig aandacht?

Ik vind dat alle onderwerpen in het verhaal wel goed worden besproken.

 

2. Gebeurtenissen

 

1. Bevat het verhaal genoeg gebeurtenissen om je te blijven boeien?

Ja het verhaal bevat genoeg gebeurtenissen om mij te blijven boeien want het blijft namelijk de hele tijd spannend.

 

2. Zijn de gebeurtenissen geloofwaardig en waarschijnlijk?

Ja de gebeurtenissen zijn geloofwaardig en waarschijnlijk want het zou in het echt allemaal wel kunnen gebeuren.

 

3. Zit er genoeg tempo in het verhaal of valt het af en toe stil?

Ik vind dat er wel genoeg tempo in het verhaal zit.

 

4. Zijn de gebeurtenissen verassend, origineel of ongewoon of juist voorspelbaar en bekend?

Ik vind dat de gebeurtenissen wel verassend en origineel zijn want het kan wel allemaal echt gebeuren maar het is een onderwerp waar niet iedereen dagelijks mee te maken heeft.

 

5. Staan er in het verhaal gebeurtenissen die je graag zou willen meemaken? Welke gebeurtenissen vooral? Waar juist die?

Nee er staan geen gebeurtenissen in die ik graag zou willen meemaken.

 

6. Zijn de gebeurtenissen herkenbaar?

Nee de gebeurtenissen zijn niet herkenbaar voor mij.

 3. Personages

 

1. Kun je je goed verplaatsen in de problemen en de gedachtewereld van de verhaalpersonen?

Ja ik kan mij wel goed verplaatsen in de gedachtenwereld van Joost omdat hij onterecht vast zit en hij zich daardoor heel erg irriteert. En ik kan me ook wel verplaatsen in de wereld van Omar omdat hij als minder word beschouwt omdat hij van Marokkaanse afkomst is.

 

2. Heeft het gedrag, een uitspraak of een gedachte van een personage je aan het denken gezet?

Ik begrijp het gedrag van Joost soms niet omdat hij eerder weg mocht als hij zich rustig en normaal gedraagt. En het word op sommige momenten toch agressief waardoor hij het voor zichzelf verpest.

 

3. Welke beslissingen die door de personages worden genomen vind jij vreemd of onbegrijpelijk?

De beslissing van Omar omdat hij met verlof mag en zich dan toch weer gaat misdragen waardoor hij nog langer moet blijven.

 

4. Is de hoofdpersoon een held op wie je zou willen lijken? Wat spreekt je zo in hem aan?

Nee de hoofdpersoon is geen held op wie ik zou willen lijken.

 

5. Moet jezelf veel invullen over het innerlijk van de personages? Begrijp je ze goed of juist niet? Waar ligt het volgens jou aan?

Ja je moet soms wel veel invullen over het innerlijk van de personages omdat ze soms nogal onverwachte acties hebben.

 

6. Veranderen de personages door wat ze meemaken en is dat begrijpelijk en aannemelijk?

Ja, Joost en Omar zijn aan het einde van het verhaal allebei erg veranderd doordat ze allebei een lange tijd in de jeugdgevangenis hebben gezeten en veel hebben meegemaakt.

4. Bouw

 1. Is het verhaal spannend opgebouwd? Wat maakt het wel of niet spannend?

Ja ik vind dat het verhaal wel spannend is opgebouwd omdat het verhaal al begint met een overval.

 2. Zijn er meer verhaallijnen en zijn die goed met elkaar verbonden?

Ja er zijn meer verhalen en die worden aan het eind goed met elkaar verbonden.

 3. Bevat het verhaal tijdsprongen en terugblikken die het verhaal interessanter of juist onnodig ingewikkeld maken?

Ja het verhaal bevat wel terugblikken die het interessant maken zoals de tocht van Omar in Afghanistan.

 4. Vind je de gebeurtenissen logisch op elkaar lijken?

Ja ik vind de gebeurtenissen wel logisch op elkaar lijken.

 5. Heeft het verhaal een ingewikkelde opbouw? Hoe komt dat?

Ja ik vind dat het verhaal in het begin wel een ingewikkelde opbouw heeft dat komt doordat ze eerst vertellen wat er op dat moment gebeurt en dat ze daarna in een keer overgaan in een verhaal van vroeger.

 6. Bevat het verhaal tijdsprongen en terugblikken die het verhaal interessanter of juist onnodig ingewikkeld maken?

Ja er zijn wel veel terugblikken die het verhaal interessant maken zoals de tijd dat Omar en Joost samen in de jeugdgevangenis zaten

 5. Taalgebruik

 1. Zijn de zinnen makkelijk te lezen en bevat het verhaal weinig moeilijke woorden of juist niet?

Ja de zinnen zijn wel makkelijk te lezen en het verhaal bevat weinig moeilijke woorden.

 2. Vind je het verhaal makkelijk of lastig te lezen? Heeft het taalgebruik hier mee te maken?

Ik vind het verhaal wel makkelijk te lezen want er word niet echt moeilijk taalgebruik gemaakt.

 3. Zitten er veel dialogen in het verhaal? Vind je dat plezierig of juist niet?

Ja er zitten wel wat dialogen in het verhaal. Ik vind het op zich wel plezierig.

 4. Bevat het verhaal veel beschrijvingen? Heeft dit gevolgen voor de leesbaarheid en het verteltempo?

Nee het verhaal bevat niet veel beschrijvingen.

 

6. De verwerkingsopdracht

 In de loop van het verhaal gebeurt het misschien wel dat je je boos maakt ovver wat een van de personages doet of nalaat. Stel je voor dat je iets aan het verhaal zou mogen veranderen en een nieuw personage zou kunnen toevoegen. Bedenk in welke situatie je een nieuwe persoon zou willen laten optreden en beschrijf wat er dan gebeurt.

 Aan het einde van het verhaal gaat Joost opzoek naar Meriam om haar te vertellen hoe het allemaal uiteindelijk is afgelopen met hem toen hij nog in de jeugdgevangenis is. Meriam reageert heel boos en wil helemaal niks met hem de maken hebben.

 Ik zou dan een nieuw personage willen toevoegen , een vriendin van Miriam die Joost ken en dat zij dan op het moment dat Joost naar Meriam gaat het haar kan uitleggen en dat hij dan uiteindelijk ook zelf ook nog met Meriam kan praten.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb